donderdag 25 februari 2016

Hopelijk is het zuiden even geweldig als het noorden.

Zuid-Amerika... Lang over getwijfeld of we dit wel zouden bereizen want je hoort er toch vaak verhalen over dat het gevaarlijk is en dergelijke. In 2007 zijn we al eens in Ecuador en de Galapagos eilanden geweest maar dat was een groepsreis en kan je niet vergelijken met reizen met zijn 2-en. Maar wie niet waagt, niet wint, dus hupakee, daar gingen we richting Lima, Peru. Ons hotel in Lima had ons van te voren geïnformeerd dat ze voor ons een taxi konden regelen. Daar zijn we ook op ingegaan zodat we veilig en wel aan het hotel werden afgezet. Al snel kregen we van verschillende mensen de opmerking dat we goed op onze spullen moesten letten, wat je ook niet echt een veilig gevoel geeft. Maar ik moet zeggen, tot nu toe zijn we nog niets dergelijks tegengekomen en hadden we onmiddellijk een goed gevoel in Peru. De mensen zijn er erg behulpzaam, vriendelijk en helemaal niet opdringerig. Laten we hopen dat we hier niet op terug moeten komen.

Lima (hier nog meer foto's)
Het historisch centrum is er erg mooi en de eerste dag was er al direct een gigantische stoet, à la carnaval, wat een leuke sfeer met zich meebracht.











 













Lima is een erg grote stad, waarvan er een gedeelte aan de kust ligt, Miraflores genaamd. Hier verblijven de meeste toeristen. Wij gelukkig niet, want dit gedeelte van de stad sprak ons niet erg aan. Het is teveel op 'den toerist' gericht. We hebben er een uitstap naar gemaakt maar zijn er niet erg lang gebleven.






Bij onze aankomst waren we verre van een Peru-kenner en hadden we geen benul van welke kant eerst uit te gaan. Gelukkig gaf de Nederlander (tja, soms kunnen die toch handig zijn) aan de receptie ons de tip om naar het reisbureau Info Peru te gaan, die je helpen om een route uit te stippelen. We hebben er ook de 4-daagse Inca trail trekking naar Machu Pichu gereserveerd, want deze zit snel vol. Deze trail is heel februari gesloten voor renovatie, 4 maart is het dan onze beurt om over de hopelijk mooie paadjes te wandelen. Het zou een zware trekking zijn, vooral de 2e dag, dus we hebben nog even om te trainen. Na dan ook nog een boek over Peru gekocht te hebben (was een hele zoektocht) voelden we ons klaar om het uitgestrekte land te verkennen.

Huaraz (mas foto's)
Met de nachtbus ging het richting Huaraz. Hier hebben we, zoals de kenners al weten, een hekel aan maar hier in Peru zijn er echt luxebussen, waar je bij sommige exemplaren de zetels helemaal plat kan leggen. Super! Ook krijg je er een maaltijd en heb je soms een privé-schermpje om een film uit te kiezen. Voor we het wisten waren we aangekomen op de volgende bestemming. Dit is voor herhaling vatbaar. De afstanden in Peru kunnen namelijk erg ver zijn en een goede nachtbus is dan wel een prima optie. Als je dan nog bij aankomst om 7u al direct je kamer in kan, zoals hier het geval was, dan klagen we zeker niet.


Huaraz is een stad in de Cordillera Blanca in de Andes, op zo'n 2800 meter. Het wordt door alpinisten gezien als een goed uitgangspunt om de zesduizenders in de Cordillera Blanca te beklimmen. Wij zijn (gelukkig) geen klimmers, maar wilden er wel graag daguitstappen maken om onze conditie op te krikken. De eerste klim ging naar het meer Wilcacotcha. Met een collectivo, een locale minivan, ging het voor 1 euro naar Chiwipampa, waar de klim begon langs het dorp Santa Cruz. Het zou volgens de berggids een goede trip zijn om aan de hoogte te wennen. Amai, het was een serieuze oefening maar we passeerden er leuke dorpjes en mensen die op het land aan het werken waren, de koeien aan het melken, hout aan het sprokkelen of schapen aan het hoeden waren. Maar onze grootste tegenstander was de zon. Toen we in de ochtend vertrokken was het bewolkt zodat we geen bescherming voor de zon hadden meegenomen maar deze beginnersfout gaan we niet meer maken. Gelukkig hebben we er net geen zonnesteek aan overgehouden maar wel een verbrande nek. Kajiet! Het meer ligt op 3700 meter hoogte en dat voel je wel. Bergop begin je al heel snel te hijgen. Bij open weer heb je vanaf het meer een geweldig zicht op de Cordillera Blanca, de immerwitte bergtoppen. Helaas hing er bij ons wel wat bewolking boven de gigantische bergen, maar toch was het nog erg mooi.
















In Huaraz had je ook leuke marktjes in het dorp, met vele vrouwen in de traditionele klederdracht, wat geweldig is om te zien. En een marmotje is daar een geen huisdier, als je begrijpt wat ik bedoel.




















Na een dagje rust stond de volgende trekking op het programma, namelijk die naar het meer 69 (ik heb die naam niet gekozen!), die zich op 4600 meter bevindt. Het is een zware wandeling maar door een prachtig landschap met onderweg vele watervallen en meren. Wel hadden we weer de pech dat er vaak wolken boven de bergen hingen, zodat het uitzicht op de gletsjers niet optimaal was. Op de terugweg hebben we zelfs bijna de hele tijd in de regen gewandeld. Het voordeel is wel dat je dan niet kan verbranden. Het is alleszins een heel goede training geweest. We waren moe maar voldaan!













En dan was er nog carnaval in het dorp, 3 dagen lang stoet, met als hoogtepunt op de laatste dag 'water en verf gieten'! Heel de dag lopen dan (vooral) jongeren rond met een emmertje. Als je geluk hebt zit er enkel water in, maar er zijn grapjassen die er ook verf bijdoen. Ze doen vaak een watergevecht tegen andere groepjes, maar als 'toerist' ben je uiteraard een ideaal doelwit.






Huanchaco (meer)
Van de bergen ging het opnieuw richting kust, naar het gezellig kustdorpje Huanchaco, wat net buiten Trujillo ligt en bekend staat om zijn speciale rieten vissersboten, de ceviche en de goede surfmogelijkheden. We hadden er een hele leuke kamer met zeezicht waar we veel tijd op ons balkon hebben doorgebracht want het was zonde om daar niet van te profiteren.


De rieten vissersboten, totora's genaamd, worden nog steeds door de plaatselijke vissers gebruikt. Handig lijkt het me niet maar het is wel mooi om te zien.










De stad Trujillo is makkelijk bereikbaar met een 'collectivo' en het is altijd een belevenis om hiermee mee te rijden. De 4e grootste stad van het land had ons aangenaam verrast met zijn mooie gebouwen.


















Tussen Trujillo en Huanchaco liggen de ruïnes van Chan-Chan (zon-zon). Deze ruïnes uit adobe (zand, water, klei en organische materialen) zijn de restanten van de hoofdstad van de Chimú. In de stad (met ooit zo'n 35.000 inwoners) stonden negen grote lemen paleizen. De Chimú zijn een volk dat net voor de Inca's leefde, van 850 tot 1470. We hadden er veel van verwacht maar kwamen van een kale reis terug. Om de overblijfselen te beschermen zijn ze er overal afdaken aan het zetten maar met al die palen en lelijke daken is het echt geen mooi zicht. Ook hadden we onze twijfels of er al niet veel nagemaakt is ,want soms waren te tekeningen nog iets te  nadrukkelijk aanwezig.






Cajamarca (alle foto's)
Van de zeespiegel ging het dan weer 2700 meter hoger, naar het stadje Cajamarca. We logeerden er in een hotel vlak aan de markt. De dames met hun traditionele klederdracht en hoge hoeden zaten dus op onze stoep.











Buiten ons waren er heel weinig toeristen en al zeker geen Europeanen. We hebben er 2 uitstappen geboekt en we waren telkens de enige niet Zuidamerikanen.
De eerste uitstap ging richting de graven van Otuzco. Dit pre-Inca bouwwerk is gebouwd in een rotsachtige heuvel en heeft honderden nissen waar men de doden begroef. Deze nissen worden ook wel ‘ventanas’ (ramen) genoemd.








Onderweg zijn we ook nog naar een boerderij geweest waar ze oa kaas op artisanale wijze maken, naar het voorbeeld van de Zwitserse kazen. De streek staat bekend om zijn vele melkproducten.


Een andere stop was een hortensia kwekerij, maar dat waren niet de enige bloemen.







De laatste stop was aan een brug. Wat we daar precies deden hebben we niet begrepen maar dat zal wel aan ons liggen. Het zal vooral iets met locale economie te maken hebben...








Hier nog enkele sfeerbeelden rond de Plaza de Armas.






De volgende tour wass naar Cumbe Mayo, een uit de rotsen gehouwen waterkanaal die Cajamarca van vers water voorziet. Met een minimaal verval wordt water van het ene stroomgebied naar het andere gebracht. Ondanks dat het waarschijnlijk het oudste door de mens gemaakte constructie in Zuid-Amerika is (2000 VC) werkt het nog. Het ligt op zo'n 3500 meter hoogte en is omgeven door een 'woud van stenen'. We hebben er een leuke wandeling doorheen gemaakt. Onderweg zitten er vooral kinderen die een centje willen meepikken van de bezoekers. Het is echt een afgelegen gebied en de mensen hebben er zo goed als niets. Echt soms hardverscheurend om te zien. Stef had het koud dus diende de rugzak en andere zak als bodywarmer.























Chachapoyas (meer natuur en cultuur)
Om van Cajamarca in Chachapoyas te geraken zijn er 2 mogelijkheden: of je rijdt om via Chiclayo of je neemt de kortste route over de bergen. Er is maar 1 busmaatschappij die dit laatste doet en ze doen er 12u over. Je moet namelijk 3 hoge toppen passseren, niet nodig om te zeggen dat het 'a hell of a ride ' was maar ook een fantastisch landschap. Het landschap is zo weids dat je het onmogelijk getrokken krijgt maar het ziet er ongeveer zo uit. En deze keer was het geen luxueuze bus...


Als je van tevoren de uitstapmogelijkheden van de Chachapoyas omgeving op internet bekijkt ziet het er allemaal fantastisch uit en dat is het ook, maar de afstanden vallen hard tegen. Je zit alweer snel 5u in een bus en dat waren we wel beu na onze lange busreis door de bergen. De eerste excursie viel daarom dan ook tegen (5u bus) maar we hebben gezien wat we wilden zien, namelijk nog wat begraafplaatsen. In Karajia, een erg afgelegen dorpje in de bergen, bevinden zich graftomben die tot de verbeelding spreken. Op richels in de rotswand staan lemen sarcofagen van twee meter hoog en enkele daarvan dragen nog de sporen van de oorspronkelijke verf van eeuwen geleden. Ook de omgeving is indrukwekkend en ik vraag me vooral af hoe ze die daar vroeger geplaatst kregen. Zou daar ook al een veiligheidsadviseur aan te pas zijn gekomen?





Hier nog wat lokale folklore







We hadden nog 1 dag om een uitstap uit te kiezen. We hebben het museum met meer dan 200 mummies links laten liggen, net zoals Kuelap, nochtans volgens horen zeggen de Machu Pichu van het noorden, maar beide excursies houden ook weer een rit in van 5u. Onze keuze, een trekking naar waterval de Gocta met liefst een hoogte van 771 meter, is 'slechts' 2u auto en een wandeling van 5u. Maar hier hebben we geen spijt van gekregen. De natuur was er fantastisch, we hadden een leuke groep met 2 Spanjaarden, 1 Italiaanse, 2 Canadezen en wij. Met momenten vlogen de papegaaien ons rond de oren. De waterval was overweldigend maar in de omgeving zie je eigenlijk veel meer watervallen. Natuur op zijn best, als je het mij vraagt.














Van hieruit zijn we dan verder gebust naar Tarapoto om van daaruit een vlucht terug naar Lima te nemen en zo het zuiden te verkennen. Hier hebben we ondertussen al heel wat avontuur achter de rug maar dat ga ik overhouden voor de volgende post. Ik kan je wel al verklappen dat het hier puffen en zweten is in de woestijn met zo'n 40°.