donderdag 24 maart 2016

Heel veel avontuur, zelfs iets te veel...

Tijdens de vlucht van Tarapoto naar Lima zagen we pas echt goed dat de miljoenenstad Lima volledig in woestijngebied ligt. Deze keer zouden we er wel niet overnachten maar ging het onmiddellijk verder met de bus richting Pisco naar Paracas.

Paracas (hier alle foto's)
Dit kustdorpje, ten zuiden van Lima, is vooral bekend om de nabijgelegen eilandengroep Islas Ballestas, waar je een bonte verzameling aan dieren zoals zeeleeuwen, dolfijnen, pinguïns en zeevogels kan aanschouwen. Pelikanen, Jan-van-genten en aalscholvers vliegen in grote zwermen door de lucht. De eilanden zijn ook een belangrijke bron van guano of vogelmest voor de landbouwgebieden in de kuststreek. Dit wordt 1 keer om de 3 jaren geoogst. Het wordt ook wel eens de Galapagos eilanden voor de arme mensen genoemd. 9 jaar geleden zijn we daar geweest en dat was ons zo goed bevallen dat we de kleinere versie ook wel wilden zien. Het boottochtje duurt 2 uren en niemand mag op de eilanden komen. Ze raden aan je een hoedje op te zetten aangezien de kans groot is dat er op je gescheten wordt door de vele vogels die er rond vliegen. Ik was alleszins blij dat ik hier gehoor aan had gegeven want ik had prijs.

















Als je wegvaart vanuit de haven van El Chaco wordt na een aantal minuten je aandacht getrokken door een gigantische tekening in de zandduinen langs de kust, namelijk de Kandelaar, ook wel El Candelabro genoemd,. In Peru is dit het beroemdste geoglief na de Nazca-lijnen. Voor de mens blijft ook het ontstaan van dit geoglief tot op de dag van vandaag een groot raadsel. Hoe bizar en een leuk voorproefje op de Nazca-lijnen die we later nog zouden gaan aanschouwen! In de loop van tijd heeft de kandelaar veel vandalisme moeten doorstaan, waaronder de sporen van zandauto's. Echter de wind heeft de sporen van de zandauto's wel weggeblazen maar de kandelaar niet. Mysterieus.



Een zware aardbeving met een weinig voorkomende kracht van 8 op de schaal van Richter zorgde op 15 augustus 2007 voor aanzienlijke schade in het gebied. De meeste huizen die hier in deze streek staan zijn dan ook erg schamel. Bij velen is een vierkante doos van rieten wanden dan ook hun woonst. Erg triestig. We hadden er geen weet van dat er zo'n grote woestijn was in Peru. Honderden kilometers ver reden we door het dorre landschap. Het is dan ook erg opmerkelijk om te zien dat er toch heel veel groenten gekweekt worden en er zijn zelfs vele wijngaarden aangelegd. Ik weet niet waar ze het water vandaan halen in dit droge gebied waar het bijna nooit regent. Ook mysterieus... Of zou die vogelstront dan toch zo vruchtbaar zijn? Er wordt heel veel kip in het land gegeten en de meeste kiekens komen van deze streek, want in het zand zie je onderweg ook heel veel kippenkwekerijen.

Huacachina (alle foto's en filmpjes van het boarden op het zand)
Huacachina ligt op een paar kilometer van de stad Ica in het zuidwesten van Peru. Het is een oasedorpje, gebouwd rond een natuurlijk meer in de woestijn van Peru, omringd door hoge duinen. We wilden er wel eens zandboarden, maar om zelf elke keer naar boven te klauteren in die hitte, dat zagen we toch niet echt zitten. Na de 'markt' wat te verkennen kwamen we tot de conclusie om best een excursie te doen met een zandbuggy en 'professionele' boarduitrusting te huren, zoals zij het noemen. We kregen echter een erg oud snowboard en mijn botten vielen bijna uit elkaar, maar ja, we zitten dan ook in Peru. Onze uitrusting kregen we al 2u van te voren zodat we tijd hadden om even te oefenen. Dat werd dus  naar boven klauteren wat al snel niet te doen bleek om meerdere keren te herhalen. Stef deed als eerste de testrit. Hij merkte al snel dat draaien moeilijker is dan op sneeuw, dat het bord heel snel stroef wordt en je geen meter meer voorruit gaat. Je krijgt een soort wax mee om onder je bord te smeren maar dat schuurt er door het zand weer snel van af.




Dan begonnen we aan het echte werk. Met een zandbuggie, volgeladen met 10 personen en de chauffeur ging het al snel razendsnel over de duinen. Ze rijden zo dat je net niet kantelt, de duinen op en af, als in een rollercoaster. Er werd heel wat afgelachen en gekreist. Best wel leuk. Dan kwam het moment om zelf in actie te schieten, op ons professioneel bord. Gelukkig hadden we al 1 keer geoefend, want het was toch best spannend. De anderen haalden hun standaardbordje tevoorschijn waar ze op hun buik liggend de duinen mee af konden glijden. Op verschillenden plaatsen werden we afgezet en elke keer werden de duinen hoger en hoger. Ik moest toch telkens al mijn moed bijeenrapen om recht naar beneden te vertrekken maar ik ben niet gevallen, in vergelijking met mijne maat... Van kop tot teen zaten we onder het zand maar het was wel plezant!


















De volgende ochtend ben ik nog wat kiekjes gaat schieten van de oase.






Gedurende uren reden we weer verder door de woestijn naar onze volgende bestemming. Hier waren er veel plaatsen waar er niets, maar dan ook niets groeide. Het was er nog doder dan de Death Valley.



Nazca staat bekend om de Nazcalijnen: de lijnen zijn geogliefen, tekeningen in het zand van de pampa's van Jumana en Nazca in Peru. De tientallen figuren van dieren, honderden geometrische vormen en duizenden lijnen en lijnenspellen zijn in het woestijnzand van de hoogvlakte van Peru lang bewaard gebleven. De Nazca-cultuur bestond ongeveer tussen het jaar 200 voor Christus en het jaar 1000 van onze jaartelling in de Nazcavallei. De hoogvlakte is een van de droogste gebieden op aarde met een gemiddelde jaartemperatuur van 25 graden Celsius. Het is er bijna altijd windstil en er valt vrijwel geen regen, zodat de lijnen duizenden jaren bewaard bleven. Hier een overzicht.


Deze figuren zijn het beste vanuit de lucht te observeren omdat de figuren soms tientallen meters lang zijn. Tja, wat doe je dan? Een vliegtuigske boeken zeker? Eerst moest je op de weegschaal gaan staan, want in het kleine vliegtuig wordt je zitplaats aangewezen aan de hand van je gewicht. Nooit een aangenaam moment...  Dan ging het met zijn 4-en en 2 piloten richting vliegtuigje. Van te voren word je aangeraden om niets te eten want het kleine vliegtuig gaat vaak naar links en rechts, om iedereen alles goed te laten zien. Onze vlucht was echter uitgesteld naar 11u, zodat we ons toch maar aan een ontbijt gewaagd hadden. De zakjes lagen klaar. Gelukkig hebben we die net niet nodig gehad, maar het had geen 5 minuten langer moeten duren. De meeste figuren hebben we kunnen zien, maar de foto's ervan vallen naar mijn mening wat tegen.





De walvis.


De astronaut.


De colibri.


De spin.


De papagaai.


De boom en de handen.


Er zijn al veel onderzoeken naar gedaan maar definitief bewijs over hoe en met welk doel de figuren gemaakt zijn is echter nooit gevonden. De leef- en werkomstandigheden in het gebied waren zodanig moeilijk dat ze zeker niet zomaar gemaakt zijn en wel degelijk een bedoeling hadden. Ik ga me er dan ook niet aan wagen en laat ze mysterieus zijn. En het vliegen op zich was alweer een hele belevenis.
Maar er zijn buiten deze lijnen ook nog andere zaken te zien in Nasca. Wij zijn een oude begraafplaats gaan bezoeken van het dorp Chauchilla. De meesten mensen bezoeken dit als onderdeel van een tour of met een taxi maar wij wilden de meest economische versie uitproberen, namelijk per collectivo, een gezamenlijke taxi. Al snel zat de auto vol met locals die inkopen hadden gedaan op de markt van Nasca en terug naar hun dorp wilden. Dat dorp was erg armzalig, zoals de meeste dorpen daar in de woestijn. Ik heb er geen foto's van getrokken want dat zou ramptoerisme geweest zijn, maar geloof me, het was echt armzalig. Onze nieuwe vrienden wezen ons de weg naar de begraafplaats. Dit was toch nog zo'n half uurtje wandelen in de hete zon maar we passeerden er riviertjes en plantages van allerlei gewassen, zoals cactussen. Er waren zelfs plantages van mango's, die net rijp waren en waar we dan ook drankbaar van geproefd hebben.





Maar de ene begraafplaats is de andere niet. Er zijn hier zo’n 400 graven gevonden, waarvan er nu een 10-tal toegankelijk zijn om te bezoeken. Het zijn kuilen in de grond, waarin mummies begraven zijn. Zittend, in foetushouding, net als een baby in de baarmoeder: met het gezicht naar het oosten (waar de zon opkomt), klaar om een nieuw leven te beginnen. Jarenlang werd deze plek ontheiligd door grafrovers en schatzoekers, op zoek naar de rijkdommen die met de mummies begraven werden. Door het erg droge klimaat zijn ze wel goed bewaard gebleven. Een luguber zicht.











De nachtbus richting Arequipa verliep wat minder vlot. Normaal konden we om 00:30 de bus opstappen, die van Lima kwam, maar hij had vertraging opgelopen en het was 02:30 toen hij eindelijk arriveerde. Gelukkig hadden we opnieuw de ligzetels gereserveerd. Na enkele uurtjes geslapen te hebben stond de bus ineens geblokkeerd. Reden: een rivier was door regen uit zijn oevers getreden en de weg liep door die rivier. Blijkbaar gebeurt dit daar vaak en de regering wil er geen brug bouwen. Dus hebben we 3u moeten wachten tot het water wat gezakt was. Eerst reden er eerst enkele camions door, waarvan er 1 bleef steken. Iets nadien was het dan onze beurt. Ik heb er vanuit de bus een foto van getrokken. Niet van erg goede kwaliteit maar het geeft je een idee.


Gelegen op 2325 meter in het woestijngebergte ligt Arequipa dat ook wel "De Witte Stad" wordt genoemd, omdat veel gebouwen zijn opgetrokken uit het zilverwitte tufgesteente, sillar genaamd, dat door de vulkaan Misti is uitgestoten. Het is met zijn miljoen inwoners de tweede grootste stad van Peru. Het hoofdplein de Plaza de Armas is een van de mooiste van het land, met zijn prachtige kathedraal.











Veruit het meest interessante om te bezoeken in Arequipa is het klooster van Santa Cátalina, een stad in een stad, gebouwd in 1580 en vergroot in de 17e eeuw. Dit zou het grootste klooster ter wereld zijn. Gedurende 400 jaar woonden er een 450 tal nonnen volledig afgesloten van de buitenwereld. De inwoners van Arequipa hadden al die tijd geen idee wat er zich binnen de hoge muren van het complex afspeelde. Er deden allerlei fantastische verhalen de ronde. Santa Cátalina hulde zich in een mist van mysterie en stilzwijgendheid tot de poorten in 1970 opgingen voor het publiek. Nu nog wonen er een aantal nonnen aan de noordzijde. De rest kan vrij bezocht worden met of zonder gids. Alles werd mooi gerestaureerd en staat vol planten, prachtige bloemen en binnenpleintjes. Je kan er foto's blijven trekken.


























Eigenlijk hadden we te weinig tijd in deze stad. Van hieruit dien je namelijk ook de Colca Canyon te bezoeken maar dat is toch wel enkele uren rijden zodat een daguitstap niet ideaal is. De 2-daagse trekking zag er erg verleidelijk uit en leek ons dan ook weer een goede training voor de Inca trail. Dus bleef het maar bij 1 dag Arequipa, wat echt wel te weinig was.

De Colca Canyon is de op één na diepste canyon ter wereld, ruim twee keer zo diep als de Grand Canyon in de Verenigde Staten. Alleen de Cotahuasi Canyon iets verderop is nog dieper. Maar die is nauwelijks bereikbaar. 
Om 03:00 worden we opgehaald in ons hotel. Na 3u rijden maken we een korte stop in Chivay voor het ontbijt. Nadien rijden we verder tot we het uitkijkpunt ”Cruz del condor” bereiken. Hier stoppen we een uurtje om de prachtige Andes condor te zien vliegen en om van het prachtige uitzicht over de canyon te genieten. En we hebben geluk! Na een tijdje komen er meer en meer condors opdagen en voor onze neus vliegen. De bruine versie zijn de jongeren, de zwarte versie met de witte strepen zijn de volwassenen. 





Nadien gaan we verder tot Cabanaconde, op 3287 m. waar de 2-daagse trekking van start gaat. De afdaling in de Canyon gaat richting het dorpje San Juan de Chunccho. De eerste stop is op de brug na 3u afdalen, waarbij je telkens moet uitkijken om niet uit te glijden over de kleine steentjes die losliggen. Aan de brug nemen we een kleine rustpauze die erg welkom is. Mijn eerste blaren beginnen zich al te vormen en de zon is erg warm. De klim tot het dorpje valt tegen en we zijn dan ook erg blij met de lunch. Eigenlijk dachten Stef en ik dat de tocht er toen opzat voor de dag (of toch het zwaarste) maar helaas bleek dat we nog een hele tocht voor de boeg hadden. Diegenen die gekozen hebben voor de 3-daagse trekking overnachten hier wel...










Na de lunch dalen we opnieuw helemaal af naar de colca rivier die we dan ook dienen over te steken. Dan volgt er een hele lange zware klim, die me echt naar lucht doet happen.  Na 2u opnieuw afdalen komen we eindelijk aan bij Sangalle, beter gekend als de oasis. We zijn erg diep moeten gaan en erg moe! 7u wandelen over 16 km in een brandende zon, het kruipt in je kleren! Gelukkig was de omgeving prachtig.









We krijgen al snel onze kamer toegewezen maar van de beloofde privé-badkamer is geen sprake. Het is eigenlijk meer een kot of een soort grot met 2 bedden in, waarvan ik sterk betwijfel of die lakens de laatste weken nog gewassen zijn... 



Gelukkig is er nog het zwembad die dan maar eveneens als douche moet dienen. Het biertje smaakt aan de rand van het zwembad, dat kan ik je verzekeren. 


De volgende ochtend vertrekt de nieuwe lijdensweg om 05:00, in het donker. Gewapend met een pitslamp en stramme spieren beginnen we aan de klim van 6 km, waarbij we gedurende gemidddeld 3u een hoogte van 1200m dienen te overwinnen... Het was weer erg zwaar maar de 1e dag vond ik toch zwaarder, vooral omdat je dan veel meer uren moet stappen. Heel wat medewandelaars hebben gekozen om met een ezel de klim te maken, je kan het hun niet kwalijk nemen, de softies.




Na het ontbijt stoppen we onderweg nog aan het Antahuilque viewpoint om de Pre inca terrassen te zien.




Hierna stoppen we nog aan hotsprings waar iedereen dankbaar gebruikt van maakt om de spieren wat los te krijgen. De volgende stop is het Andes uitkijkpunt op meer dan 5000m waar je een zicht zou hebben op de HualcaHualca, Sabancaya en Ampato vulkanen, maar de wolken staken hier een stokje voor. De laatste stop was aan het nationale park Salinas Aguada Blanca waar je lama’s, alpaca’s en vicuna's kan bewonderen.


Je begrijpt dat we uitgeput terug afgezet werden in Arequipa. Maar helaas was ons nog niet veel rust gegund, want in enkele uurtjes dienden we de nachtbus naar Cusco te nemen. Gelukkig konden we in ons hotel waar de bagage nog stond ons nog even douchen en hebben we heel lekkere vegetarische sushi gegeten.

Om 7u 's morgens kwamen we aan in ons hotel. Gelukkig mochten we weer direct op de kamer zodat we nog enkele uren in bed gekropen zijn. Er wordt je aangeraden om het de eerste 2 dagen rustig aan te doen in Cusco om aan de hoogte te wennen. Het stadje ligt namelijk op 3.360m. Deze raad hebben we dan ook zonder discussie opgevolgd, want we moesten nog bekomen van de voorbije trekking. We hebben nog wat spulletjes gekocht voor de volgende trekking, de Inca trail. 

Inca trail trekking naar Machu Picchu (hier alle foto's van de 4-daagse)
De Inca trail is dan ook een bijzondere trek, niet alleen gekenmerkt door veel natuurschoon maar ook door een grote historische en culturele component. Dagelijkse worden er slechts 500 mensen toegelaten op het oude Inca pad dat leidt naar de verborgen stad van de Inca’s: Machu Picchu. Deze oude Inca stad werd pas in 1911 ontdekt, bijna 400 jaar na aankomst van de Spaanjaarden in Peru!

Dag 1: Piscacucho (2.600m) -Yuncachimpa (3.100m)
De dag begint in Ollantaytambo, een prachtig stadje in de Heilige Vallei dat op Inca-muren is gebouwd. Hier hebben we ontbeten en worden ook de porters opgepikt. Dit zijn de mensen die gedurende de hele trek alle gemeenschappelijke bagage voor ons zullen dragen (de tenten, het voedsel); ezels en paarden zijn niet toegestaan op de Inca Trail, maar die porters spelen dus voor ezel. Het zijn mannen uit de omliggende dorpen, die hier door de recente ontwikkelingen en regelgeving, voor lokale begrippen gelukkig wat beter voor betaald worden dan jaren geleden, toen er van regelrechte uitbuiting sprake was. Het blijft echter een enorme zware baan natuurlijk. Max. 28 kg mogen ze meedragen en gelukkig wordt dat bij aanvang van de trekking ook gecontroleerd. Onderweg kauwen ze de hele tijd op coca blaadjes, wat extra kracht en energie zou geven. Wij drinken er vooral thee van. Wij hebben ook een extra porter ingehuurd, zodat we onze reservekleren, toiletgerief, de matjes en slaapzakken niet zelf moeten dragen (max 12 kg). We zijn ook niet meer van de jongste hé. Het duurt wel even vooraleer alle bagage verdeeld is over de porters en we eindelijk kunnen vertrekken. Ons groepje bestaat uit een Amerikaans koppel van in de veertig (die ons al snel op de zenuwen begonnen te werken), een Deens koppel van 20 jaar en een Poolse Canadees van 25 jaar die bij het ophalen zo zat als een patat op de grond in zijn hostel lag te slapen! Het vertrekpunt heeft officieel KM 82 en is in Piscacucho.










Tot aan de lunch is het redelijk relaxed wandelen. Bij aankomst op onze lunchplek, een enorme verrassing: hoe kreeg onze kok het voor elkaar, om in zo’n snelle tijd (hij was tenslotte ‘slechts’ wat sneller voor uit gelopen!),  zo’n fantastische lunch voor ons klaar te maken, met beperkte middelen uiteraard!? Dit gevoel van “blijde verrassing” blijft gedurende de hele trek, bij elke maaltijd terug komen.






Na de lunch gaat het nog enkele uurtjes verder richting Wayllabamba en Yuncachimpa, waar onze eerste kampeerplaats ligt. In de verte zien we een Inca-site en besneeuwde bergtoppen. Helaas begon het tegen de avond wel wat te regenen. Bij aankomst konden we ook een goede inschatting maken welk vlees we in de kuip hadden. De Pool had de hele dag een kater van jewelste gehad, zijn rugzak was kapot gegaan zodat hij die helemaal verkeerd moest dragen, maar van hem had je weinig last. Den Amerikaan daarentegen, onze advocaat, was al helemaal kapot. Die zou het de volgende dagen nog erg zwaar krijgen. Maar zijn stilzwijgen werd ruimschoots gecompenseerd daar zijn vrouw, want die hare mond stond niet stil. En veel zinnigs kwam daar niet uit, geloof me. Het was de eerste trekking die ze in hun leven deden, net zoals de Denen, maar die waren fysiek in orde. 








Dag 2: Yancachimpa (3.100m) - Chaquiqocha (3.680m)
De tweede dag staat bekend als de zwaarste dag van de Inca Trail, en dat is niet gelogen! 2 passen dienen er overbrugd te worden. Vanaf 3.100 meter boven zeeniveau moeten we omhoog naar 4.215 meter over de befaamde Dead Womans Pass, om vervolgens die weer af te dalen. Dan volgt er een nieuwe pas naar 3.950 meter, om dan weer af te dalen naar onze kampplaats op 3.680 meter. Gelukkig is het er mooi met een prachtige, bosachtige omgeving over het eeuwenoude, originele Inca–pad. Maar de trappen bleven maar komen. Van ons groepje waren we samen met de Pool als eerste boven gekomen. Den Amerikaan was aan het sterven...




Vanaf de top in de mist ging het dan weer naar beneden, via nog meer trappen. Maar deze trappen zijn zo ongelijk en soms ook hoog dat het zeker geen makkie was. 









Moe kwamen we aan in onze kampplaats, waar de lama's ons stonden op te wachten. Het was een kampplaats met het mooiste zicht. Ook werd er meer in detail kennis gemaakt met onze porters.








Dag 3: Chaquicocha (3.680m) - Winayhuayna (2.700m)
De derde dag noemen ze de mooiste dag maar ik had een dip en heb veel afgezien. Het was veel dalen maar via meestal moeilijke trappen. Het was soms ook bewolkt zodat we niet ten volle van het uitzicht hebben kunnen genieten.














Onze laatste slaapplaats bevond zich vlak bij de Inca site Winayhuayna oftewel forever young. Stef zijn favoriete site. Deze hebben we na even gerust te hebben op ons gemak kunnen bezoeken. Erg mooi.















Dag 4: Winayhuayna ( 2.700m) - Machu Picchu (2.400m)
De laatste dag noemen ze een rustige dag maar je wordt wel al om 03:30 gewekt, aangezien de porters de eerste trein moeten halen en ze ook de tent en dergelijke moeten meenemen. Het checkpunt gaat wel pas open om 05:30, wat dus wil zeggen dat we aan het checkpunt meer dan een uur hebben moeten wachten. Niet leuk! Gelukkig was het net op tijd gestopt met regenen maar helaas hingen er nog veel wolken de hele voormiddag. Gevolg: geen zicht op de Machu Picchu vanaf de Sun Gate. Dat was balen want voor dit moment hadden we eigenlijk de inca trail geboekt... Tot overmaat van ramp begon het dan ook nog te regenen, but it is what it is. En als het regent zien sommigen er zo uit; met poncho over rugzak en wandelstokken... Die toeristen toch!



Eerst hebben we een rondleiding gehad van onze gids gedurende 2u, nadien kon je er nog uren rondlopen, als je de energie er nog voor had tenminste. Wij hebben toch nog een klimmeke gedaan naar het beroemde uitzichtpunt en gelukkig trokken de wolken toen net weg.
























Met een bus kan je dan naar het dorp Aqua Calientes, waar we op 13u afgesproken hadden met de gids en de rest van de groep. De Amerikanen uitgezonderd, want zij gingen nog een nacht logeren aan de ingang van de Machu Picchu, in een poepsjiek hotel voor 900 euro per nacht. Ja, zo'n mensen dus. 'She needs her Spa!'. We hadden dus een beetje pech met de groep. Niet dat er ruzie was ofzo, maar het klikte gewoon niet echt. Sommige groepen steunen elkaar de 4 dagen lang maar dat was bij ons niet echt het geval.
Onze trein vertrok pas om 18.25, zodat iedereen genoodzaakt was om de hele namiddag in dat dorp door te brengen. Bedoeling daarvan is dat je daar zoveel mogelijk geld spendeert. Wij zijn in de gietende regen als tijddoder dan maar naar de warmwaterbaden geweest maar erg veel soeps was dat ook niet. Na de treinreis hadden we nog een busreis te goed naar Cusco, waar we uitgeput aankwamen rond 22u. Maar al bij al was het een onvergetelijke ervaring en het afzien ben je snel vergeten.

Vanuit Cusco hebben we ook nog een uitstap gedaan naar de 'heilige vallei'. Maar een excursie is geen excursie als ze je niet eerst ergens afzetten aan een weverij of dergelijke. En we hadden weer prijs. Opnieuw kregen we het kleuringsproces te horen maar gelukkig verschilde het wel een beetje met Mexico. De cactus met zijn eigenaardige inwoners zat er wel weer tussen.






Het archeologisch complex van Moray bevindt zich op 7 km van het dorp Maras. Hier vindt men ongewone Inca-ruïnes, bestaande uit verschillende enorme circulaire neergaande terrassen, de diepste is 30m! Zoals vele andere sites van de Inca’s, had ook deze plek een gesofisticeerd irrigatiesysteem.  De Inca’s teelden hier vroeger hun groenten en fruit op.




De volgende stop is aan de “Salineras”, zoutmijnen die sinds de Inca-tijd in gebruik zijn. Erg indrukwekkende plaats en na de uitleg van je gids heb je tijd om er tussen te lopen. Je kan er uiteraard ook alle soorten zout kopen maar helaas zijn we nog iets te lang onderweg om hier mee te sleuren.










Coloured mountains, 2-daagse uitstap (hier alle foto's)
Na enkele dagen uitgerust te hebben in Cusco waren we klaar voor ons volgende avontuur. Mijn zus Griet had ons een tip doorgestuurd over hele mooie gekleurde bergen en dat bleek niet zo heel ver van Cusco te zijn. Nog niet veel organisaties gaan er naartoe, dus het was even zoeken om zo'n organisatie te vinden. Je kan er in 1 dag naartoe, maar dan vertrek je 's nachts om 02:00, 4u bussen, dan moet je er 4u heen wandelen, 3u terug en dan weer zo'n 4u in het busje zitten. Een 2e optie is in de ochtend vertrekken, dan de hele namiddag op een quad rijden naar je verblijfplaats (een lokaal huis) en de volgende dag de wandeling van 7u doen. We hadden nog nooit op zo'n quad gereden en dit leek ons dan ook het moment om dit uit te proberen.
Tijdens de lange autorit stopten we enkele keren in een dorpje en maakten er vele nieuwe vrienden.











Eindelijk aangekomen kregen we onze quad toegewezen en werd ons uitgelegd hoe ermee te rijden. De gids (die alleen Spaans sprak) reed voorop en de volkswagen diende als volgwagen. Ik had al onmiddellijk moeilijkheden om het sturen onder controle te krijgen. Eerst dacht ik dat het aan mij lag, maar tijdens een stop zei ik aan de gids dat het sturen moeilijk ging. Hij stelde voor om van quad te wisselen. Lang heeft hij er niet op gereden want het sturen lukte bij hem ook niet. Het rechtervoorwiel stond schots en scheef. De gids en de chauffeur reden daarom terug naar het dorp om de quad te wisselen, wij aten onze lunch op.






Na de valse start werd het landschap alleen maar mooier en mooier, echt fenomenaal. We moesten vaak stoppen om de lama's te laten passeren. Ook kwamen we echte lama-hoeders tegen. We vonden het geweldig!























In de late namiddag arriveerden we dan aan onze verblijfplaats maar de gids wilde eerst nog even dichterbij de berg Ausangate rijden, voor een beter zicht op de gletsjer. Ondertussen was het wel beginnen regenen en werd het koud, dus trokken we alle kleding aan die we maar bij hadden, onder onze poncho. Ook wilde de chauffeur met ons meerijden op een quad. Hij mocht bij mij vooraan zitten, zodat ik het wat warmer had. Het zicht was niet optimaal op de gletsjer maar het totaalplaatje met de lama's, de waterval, de gletsjer, de rode bergen klopte. Dat beloofde voor de dag erna!








Maar een beetje erna, op terugweg naar ons verblijf, sloeg het noodlot toe. Stef had al een paar keer gezegd dat hij zijn machine perfect onder controle had en werd iets te zelfzeker. Bij een tegenligger week hij iets meer uit naar de kant, maar daar was een gracht en veel rotsen. Hij geraakte niet meer uit de gracht en knalde recht tegen een rots. Resultaat: overkop en de quad landt op hem! Ik heb het maar van horen vertellen want ik was al verder. Maar toen we zagen dat ze niet volgden zijn we teruggedraaid. Toen vreesde ik al het ergste en ja, daar zat hij langs de weg, lijkbleek en kreeg amper lucht, waardoor hij ook bijna niet kon praten. Erg angstaanjagend! Na 15 minuten was hij iets bekomen en zijn we verder gereden richting verblijf, nu Stef achterop bij de gids. Maar bij de auto kreeg hij het heel koud en door dat bibberen kreeg hij meer pijn en kon weer amper lucht krijgen. Toen schoot ik toch wel even in paniek en besloten we al snel om niet daar te overnachten maar naar het ziekenhuis te rijden. De dichtsbijzijnde is wel in Cusco, dus op 4u rijden. Gelukkig kreeg hij het na een tijdje wat warmer en werd zijn ademhaling beter. Zo goed dat mijn lieve, wijze man besloot om niet naar het ziekenhuis te gaan maar naar het hotel. Iedereen probeerde hem van dit idee af te brengen maar nee, hij wou niet naar het ziekenhuis. Later kreeg ik de echte reden te horen. Hij was zeker dat ze hem er een tijdje gingen houden. Dat is nog eens een goede reden om niet naar de dokter te gaan! Het uitstappen uit de auto ging erg moeizaam en de 200m naar het hotel was helemaal een ramp. Hij zakte bijna door zijn benen. Ik dacht dat hij beter was maar had ik dat geweten, ik had hem laten afzetten aan het ziekenhuis. Nu zat ik daar met zo'n invalide, niet wetende wat hij had. Ik heb me dan maar ontplooid tot een toegewijde, liefdevolle verpleegster. De dag erop is iemand van het hotel naar de markt geweest om geneeskundige kruiden te gaan halen. Deze worden nog erg veel in het land gebruikt. Hij heeft er een zalf en thee van gemaakt voor 2 dagen. De zelfdiagnose was gekneusde ribben. Op het internet heb ik dan opgezocht waar je op moet letten en dergelijke. Ook hebben we snel besloten om een week langer in Cusco te blijven, aangezien reizen met bagage niet zou lukken. Hij is al veel beter ondertussen, enkel lang liggen is moeilijk.  Hier een foto hoe hij er de eerste dag uitzag, al zittend proberen te slapen...


Volgende keer voorzie ik deze uitrusting voor hem.


En dit is dus wat we gemist hebben, de coloured mountains...


Een extra week in Cusco is geen straf. De eerste dagen heb ik Stef op een bankje gezet op het plein en ben ik soms zelf wat gaan ronddwalen in de mooie straten van het stadje, na enkele dagen kon hij weer mee en zijn we zelfs naar de Christus op de top van de heuvel geklommen, weliswaar op het gemak en de eerste keer in mijn leven dat Stef me niet kon volgen!
























De San Pedro markt hebben we ook een bezoek gebracht en Stef heeft er een nieuwe ritssluiting in zijn broek laten zetten. We hebben er geen vlees gekocht...

















De plaatselijke begraafplaats hebben we ook niet links laten liggen en was toch weer bijzonder.










Na de 10 dagen was Stef voldoende hersteld en zijn we naar Puno afgereisd.

De stad ligt op 3.860 meter boven zeeniveau aan de oevers van het Titicacameer. De meeste mensen verblijven hier maar kort en is de uitvalbasis om de Uroseilanden te bezoeken. De Uroseilanden zijn kunstmatige eilanden op het meer. Het volk van de Uros bouwde deze eilanden oorspronkelijk om de Inca's te ontvluchten. De Inca's domineerden op dat moment namelijk het vasteland. Vandaag leven er nog ongeveer 3000 nakomelingen van de Uros, hoewel slechts een beperkt aantal van hen nog steeds op de eilanden leven en deze onderhouden. Nu is het vooral een toeristische attractie geworden. De eilandjes zijn gemaakt van het riet dat in het Titicacameer groeit. De dichte wortels die de plant ontwikkelt zorgen ervoor dat de eilanden vastgroeien. Ze zijn verankerd met touwen die naar de bodem van het meer lopen. Het riet aan de onderkant van de eilandjes verrot nogal snel. Daarom wordt er regelmatig riet toegevoegd aan de bovenkant om te compenseren.




















Ook zijn we naar een uitkijkpunt geklommen, via eindeloos veel trappen. Hijg, hijg,...De condor geniet er van een heel mooi uitzicht.





Seffens nemen we de bus naar Copacabana, ook een stadje aan het Titicacameer, maar dan aan de Boliviaanse zijde. Peru is ons erg goed meegevallen, hopelijk kunnen we ons snel aanpassen aan het veel armere Bolivië. 
Hou jullie allemaal goed in België. We hebben het vreselijke nieuws op de voet gevolgd. Het is niet omdat we ver weg zitten dat we niet aan jullie denken hé. xxx